Joop Schouten | Oeuvre | Stichting | Activiteiten | Orgels | Contact |
OPLEIDING
Joop Schouten werd geboren op 14 mei 1907 te Den Haag en
overleed te
Beauraing (B.) op 4 augustus 1983. Hij volgde al op jeugdige
leeftijd piano- en orgellessen bij dhr. Dewald,
organist-directeur van de Haagse St. Jozefkerk, en later bij
André Beijersbergen van Henegouwen, destijds organist-directeur
van de Teresiakerk in Den Haag. In 1922 ging hij verder studeren
aan het Koninklijk
Conservatorium te Den Haag waar hij les kreeg van o.a. Hugo van Dalen
(piano) en Johan Wagenaar (muziekgeschiedenis) Een spierblessure
(carpaal tunnelsyndroom)
maakte in 1926 een vroegtijdig einde aan deze studie. Joop Schouten
voorzag
daarna in zijn onderhoud (en dat van zijn familie!) door het geven van
muzieklessen en zijn organistschap aan de Gerardus Majellakerk te Den
Haag. In 1937 nam hij de muziekstudie aan het
conservatorium weer op en waren zijn leermeesters Johan Wagenaar en Sem
Dresden (compositie), Adriaan Engels (orgel) en Léon Orthel
(piano). Met laatsgenoemde onstond een levenslange vriendschap en Joop
Schouten was gedurende zijn muzikale loopbaan een warm pleitbezorger
van Orthels composities. Orthels Tweede Sonate voor orgel is dan ook
aan Joop Schouten opgedragen. Door zijn vele betrekkingen als
muziekdocent in het onderwijs ontstond de behoefte een officieel
diploma Schoolmuziek te behalen. In 1956 ging Joop Schouten derhalve
weer de schoolbanken van het conservatorium in en haalde binnen een
jaar tijd (!) het diploma cum laude.
WERKZAAMHEDEN Als organist was Joop Schouten achtereenvolgens werkzaam in: DEN HAAG - H. Gerrardus Majella 1924 - 1949 DELFT - H. Hippolytus 1949 - 1971 DELFT - H. Sacrament 1971 - 1973 DEN HAAG - H. Agnes 1973 - 1983 ![]() 13 oktober 1964: Joop Schouten is 40 jaar musicus en speelt de feestmis in Delft Verdere werkzaamheden: muziekleraar bij het lager en het voortgezet onderwijs, laatselijk aan het Lodewijk Makeblijde College te Rijswijk; directeur Katholieke Muziekschool te Delft; muzikaal adviseur muziekschool 'Sancta Maria' te Den Haag. Joop Schouten had een uitgebreide lespraktijk met leerlingen voor zang, blokfluit, piano, orgel, theorie en harmonieleer. Als componist heeft hij een groot oeuvre op zijn naam staan, voornamelijk bestaande uit werken voor piano, orgel, koor en tal van werken voor de kerkmuzikale praktijk (motetten, cantates, missen). Samen met de Scheveningse organoloog Dr. W. Knapp organiseerde hij in de jaren '50 van de 20e eeuw een zevental internationale orgelreizen, waarbij belangwekkende orgels en organisten werden bezocht in praktisch alle West-Europse landen. De orgels werden gefotografeerd en er werden bandopnamen gemaakt. Eenmaal weer thuis werden er in opdracht van het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen in het land lezingen en diapresentaties gegeven door Schouten en Knapp over deze orgelreizen. Hiermee waren zij in Nederland, samen met de Utrechtse organoloog Dr. M.A. Vente, pioniers op het gebied van het herontdekken van het historische Europese orgelerfgoed. ![]() In 1974 viert Joop Schouten zijn 50-jarig jubileum als musicus. Hij wordt hier gefeliciteerd door Nico Verhoeff. In het midden kijkt een nog jonge Ben Hosman (thans voorzitter Stichting Het Joop Schoutenhuis) toe. BESTUURLIJKE FUNCTIES - Bestuurslid Diocesane St. Gregoriusvereniging - Lid adviescollege Ned. Vereniging voor de Volkszang - Voorzitter afdeling Muziek van de Delfste Kunstkring PEDAGOOG Zijn spelopvattingen en methodiek waren, zoals bij de meeste van zijn generatiegenoten, gestoeld op de verworvenheden uit de 19e en begin 20e eeuw. en de opmars van de zgn. historische uitvoeringspraktijk was, zeker in die eerste wat rigide fase, aan hem niet meer besteed. Niettemin poogde hij, vaak met succes, zijn grote muzikaliteit over te brengen op de leerling. Een zeer strenge leermeester was hij niet, dat hoefde ook niet want zijn innemende persoonlijkheid zorgde voor een goede band met de leerling, die op zijn/haar beurt zijn inspanningen maar al te graag wilde respecteren. Een aantal van zijn leerlingen is uiteindelijk ook zelf met succes 'in de muziek' gegaan. We noemen hier (met het gevaar enkelen te vergeten..): René Barten, Frits Haaze, Aart de Kort, Jos Laus, Nico van der Meel, Coen Ruivenkamp, Prosper Sevestre en René Verhoeff. Tal van leerlingen hebben hun eerste openbare optredens gedaan tijdens de door Schouten georganiseerde huisconcerten. UITVOEREND MUSICUS Joop Schouten concerteerde, als organist, regelmatig in binnen- en buitenland en zijn enorme repertoire reikte van middeleeuwse muziek tot muziek van eigentijdse comnponisten als Micheelsen, Andriessen, Litaize en Messiaen. Al in de 30er jaren was zijn belangstelling gewekt voor de Oude Muziek (late Middeleeuwen, Renaissance en Barok) en van veel ensemblemuziek maakte hij praktische partituren om ze te gebruiken in zijn eigen lespraktijk. Begin 70er jaren: concert op het Reichnerorgel van de Oude Kerk te Rijswijk Zijn grote muzikale voorbeelden waren César Franck en Franz Schubert. Joop Schouten was zeker niet een éénkennige organist. Hij trad ook vaak op als pianist, o.a. als begeleider van vocalisten. Daarnaast was hij zelf een verdienstelijk zanger en had hij ook genoeg te melden over liedinterpretatie. Joop Schouten had ook een grote belangstelling voor de dichtkunst, wat resulteerde in een groot aantal liederen voor zangstrem en piano, o.a. op gedichten van Pierre Kemp (zijn favoriete dichter) en Paul van Ostaijen. De komst van een heus huiskamerpijporgel in 1964 in zijn voor dat doel verbouwde huis aan de Rijswijkse Emmastraat, betekende een nieuwe fase in het leven van Schouten. In samenwerking met de Gemeente Rijswijk én met zijn goede vriend André de Swaaf (die in zijn huis ook een behoorlijk pijporgel had) werden jaren achtereen huisconcerten georganiseerd. Ook de bij Schouten aanwezige vleugel, clavichord en clavecimbel werden daarbij betrokken. Vele bekende namen kwamen graag naar Rijswijk om er in deze unieke sfeer te concerteren, zoals o.a. Louis Toebosch, Albert de Klerk, Bernard Bartelink en Marie-Claire Alain. DE MENS JOOP SCHOUTEN (met tal van anekdotes....) ![]() Joop Schouten was onmiskenbaar een Bourgondiër. Hij hield van lekker eten en een goede borrel. Bovendien omringde hij zich graag met gelijkgestemden., zoals dirigent Nico Verhoeff (met wie hij jarenlang samenwerkte in de beide bovengenoemde Delftse kerken) en Harry Holtman, de unieke, helaas te weinig bekende Voorburgse pianist-organist-dirigent en vooral improvisator. Wanneer Schouten ergens concerteerde, gingen er verschillende leerlingen mee om te helpen bij het blad omslaan en/of registreren. Deze reisjes zijn legendarisch geworden in de herinnering van hen die deze reisjes mee mochten maken. Joop Schouten wist op een charmante wijze van zijn hart geen moordkuil te maken. Als hij het ergens niet mee eens was, meldde hij dit, maar zó dat dat geen heftige reactie uitlokte bij de opponent. ![]() Met goede vrienden en collega's (v.l.n.r.) Harry Holtman en Nico Verhoeff werd menig Moezelreisje ondernomen. Het was het jaar 1981, het tijdperk
dat aan tal van conservatoria de orgelleerlingen vertrouwd werden
gemaakt met de zgn. historische uitvoeringspraktijk. (wat soms
resulteerde in gortdroog en weinig soepel orgelspel....). Het was ook
het jaar dat het beroemde Moreau-orgel van de St. Janskerk te Gouda na
een grote restauratie weer in gebruik was genomen. Joop wilde graag
horen hoe e.e.a. was geworden dus toog hij, inmiddels aan de rolstoel
gekluisterd, met zijn goede vriend Ben Hosman naar Gouda. Hier trad op
een goede avond een net afgestudeerde organist op. Vlak voor het
einde van het concert, in een moment van stilte, zei Joop, natuurlijk
net even te hard, tegen Ben: "Ze hebben het orgel verpest. En de
organist ook!"
Joop Schouten vertelt over de inwijding van het Delftse Pelsorgel in 1947: "Het te spelen programma bij de inwijding van het nieuwe orgel te Delft moest ik delen met de vermaarde pater Caecilianus Huigens, die een kruis maakte voor hij begon te spelen en er bij het eerste akkoord al prompt naast sloeg..." ![]() |